Thema: | Slechtvalken |
Contact: |
René Krekels |
De slechtvalk is sinds eind jaren 80 weer terug in Nederland als broedvogel. Het eerste broedgeval was in Maasbracht op één van de koeltorens van Essent. Hierna volgde een broedgeval bij de DSM. De introductie in Nederland was een direct gevolg van een Duits uitzetprogramma. Dit kwam na de DDT-crisis op gang. De DDT-crisis zorgde er voor dat de slechtvalk wereldwijd een zeer bedreigde diersoort werd. Naast een strenge vervolging was de DDT-crisis er bijna debet aan dat we niet meer konden genieten van het snelste dier op aarde. De slechtvalk slaat als toppredator het gif dat in zijn prooidieren zit, op in zijn vet. Zelfs vele malen meer dan andere roofvogelsoorten. Hij blijft daarom een bijzonder gevoelige vogel en alertheid in deze blijft gewenst. Zelfs tot op de dag van vandaag is de hoeveelheid DDT-bij slechtvalken nog hoog.
Op dit moment begint het herstel van het slechtvalkbestand goede tekens te vertonen. In Limburg zijn inmiddels een kleine 20-tal vastgestelde territoria. Vooral in de nabijheid van watergebieden waar voldoende aanbod van prooidieren aanwezig is. De slechtvalk broedt in Nederland in hoofdzaak op hoge gebouwen en wordt als zodanig ook als cultuurvolger gezien. Wat dat betreft weet hij zich uitstekend aan te passen aan de door de mens veranderde omgeving.
Mocht u een slechtvalk in de lucht rondjes zien draaien, let dan eens op hoe hoog hij kan gaan. Met een goede kijker ziet u hem zelfs af en toe in de wolken verdwijnen. Met enig geduld kunt u soms zien dat hij zich met duizelingwekkende snelheid in de diepte stort. Soms met snelheden tot ver boven de 300 km/u. Het is daarom niet verwonderlijk dat een aantal eigenschappen van de slechtvalk zeer goed ontwikkeld zijn. Zoals: zicht, reuk, gehoor maar zeker ook het reactievermogen zijn subliem. Ondanks deze eigenschappen slaat de slechtvalk toch nog vaak mis bij de jacht op zijn prooi.
Het mannetje is ongeveer 1/3 kleiner dan het vrouwtje. Hij is degene die de nestkeuze maakt. Rond februari/maart zijn soms mooie baltsvluchten van het mannetje te zien. Hiermee probeert hij indruk te maken op het vrouwtje en laat hij zijn vaardigheden zien aan het vrouwtje, als jager en toekomstige vader voor het kroost. Met kleine prooitjes lokt hij het vrouwtje hierna naar de broedplek. Rondom maart/april worden dan doorgaans 3-4 eieren gelegd. Van de jongen zal echter door natuurlijke selectie slecht gemiddeld 1 het volgende jaar halen.
Sinds de introductie van de slechtvalk in Nederland monitort de Werkgroep Slechtvalk Nederland ( www.werkgroepslechtvalk.nl ) de nederlandse slechtvalken. Op de site van de werkgroep zijn ook live beelden van enkele nestplekken van de slechtvalk te zien. In Limburg wordt dit monitoren gedaan door de werkgroep slechtvalken van Vogelwacht Limburg. Hierbij wordt veelal samengewerkt met lokale vogelwerkgroepen en vrijwilligers. Activiteiten in Limburg betreffen o.a. ringen van juvenielen, plaatsen van nestkasten, verzamelen van DNA van geringde vogels, monitoren van slechtvalken. Ook is er nauw contact met buitenlandse werkgroepen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rene Krekels