In 2004 overleed Vogelwacht-Limburg coryfee Paul Wouters op helaas veel te jonge leeftijd. Paul was een bevlogen vogelliefhebber en natuurkenner en maakte ontelbare foto's en dia's van vogels van een, voor díe tijd, zeer hoge kwaliteit. Paul was onomstootbaar één van de eerste kwalitatief goede vogelfotografen in de regio.
Zijn omvangrijke dagboeken bevatten o.a.documentatie van bijzondere waarnemingen en broedgevallen, hij was veel te vinden langs de Gulp en andere beken en op de
Mechelse Heide. Hij maakte ontelbare vogelreizen, om de lokale, regionale, nationale en internationale natuurgebieden te bezoeken, te beschrijven, te fotograferen en
bovenal daarvan te genieten, veelal samen met zijn broer en mede-vogelkenner en -genieter John, die gelukkig nog steeds een actieve en zeer goede vogelkenner is.
Oudere vogelaars zijn nog wel bekend met Paul's grote staat van dienst, maar ondanks zijn grote bijdrage, o.a. aan de vele vogeldia's voor de vogelherkennings-cursussen
van Vogelwacht Limburg, is er na zijn overlijden nooit een eerbetoog voor hem als vogelkenner gehouden. Onterecht, maar dit werd mede veroorzaakt doordat vogelaars
ná hem nooit hebben kunnen kennismaken met zijn enorme nalatenschap aan foto's, dia's, dagboeken, tekeningen en de uitstekende documentatie van dat alles, doordat
deze mooie erfenis jarenlang onbereikbaar was en pas onlangs weer boven water kwam.
Onderstaande, eerste bijdrage om Paul de eer te laten toekomen die hij (en John) verdient, is een voorbeeld van zijn vele nauwlettende en tijdrovende waarnemingen, met
oog voor een gedetaileerde beschrijving en kennis van de natuur. Van één van zijn vele A4-klappers heb ik er een gekozen van de periode jnuari 1984 t/m december 1986
met daarin meer dan 320 vogel-uitstapjes, in eigen land en soms ver daarbuiten. Ik koos reis nr. 3 van 1984, een uitstapje naar de Gulp nabij Gulpen. Zijn handgeschreven
verslag heb ik letterlijk, in zijn egen stijl, uitgetypt en voorzien van bijlagen die bij dit verslag horen. Hopelijk volgt spoedig een volgende aflevering met weer een heel ander
reisdoel; want zijn werk is bijna onuitputtelijk en bovenal leerzaam.
Hans v.d. Laar
Vandaag ging ik alleen naar Gulpen. Hier aangekomen zag ik dat het water van de Gulp erg hoog was i.v.m. de vele regen van de laatste dagen.
Eerst ging ik in het Kasteelpark kijken. Op de slikjes voor de waterval zaten naast enkele Zwarte Kraaien weer 2 stuks Witgatjes, die toen ze
mij opmerkten, weer luid roepend daar rondvlogen maar ook nu kwamen ze direct weer terug op de slik-eilandjes. Aan de andere kant van de
waterval vloog de IJsvogel voor mij op. Voor de rest in het park weer de gebruikelijke vogels.
Toen ik het park verliet richting forellenkwekerij, vloog de IJsvogel daar steeds voor mij uit. Vóór de forellenkwekerij vloog plots langs de
oever de Waterspreeuw weer voor mij op, vervolgens zag ik deze nog diverse keren voor mij uitvliegen, ook z’n typische roep was herhaaldelijk te horen.
Aan de andere kant vloog er weer een IJsvogel langs de oever voor mij op. Vervolgens liep ik de weg volgend omhoog tussen diverse boerderijen door;
hier zag ik o.a. mannetje Havik en enkele Buizerden, etc. Daarna liep ik terug naar de Gulp en ging iets verder dan “de draden” onder tegen ’n boom zitten
op ± 15 meter afstand van de Gulp en hield deze goed in het oog. Bij aankomst aldaar vlogen 2 st. IJsvogels er vóór mij weg. Ik behoefde niet lang te
wachten toen was één exemplaar reeds terug.
Eerst ging deze in een struik zitten die half in het water lag, toen vloog hij iets dichterbij en op ± 20 mtr ging hij nu op ’n dun takje zitten boven het
water. Hier was de uitmonding van een grote afvoerbuis met ’n diameter van ± 120 cm., welke met ’n grote klep is afgesloten; hier stroomde nu dus geen
water uit. Deze afvoerbuis, die vermoedelijk van de forellenkwekerij komt, mondt direct in de Gulp uit, aan de zijkanten is ’n muurtje van ± 1 ½ mtr
gemetseld. Hierdoor ontstaat er ’n soort inham vanuit de Gulp gezien, waar het water in tegenstelling tot de snelstromende Gulp, bijna staat. Op een
overhangend takje aldaar ging de IJsvogel nu zitten, waardoor hij ’n goed overzicht over het “inhammetje” had en al spoedig dook hij omlaag en haalde
hij ’n visje uit het water. Hiermee vloog hij naar de struik die half over en in het water lag, hier waren de takken iets dikker en deze had hij nodig,
want hij moest z’n gevangen visje wat ferme tikken geven tegen zo’n dikkere tak totdat de vis niet meer tegenspartelde en hij hem kon doorslikken.
Daarna vloog de IJsvogel weer direct naar zijn plaats terug en ging weer op het dunne twijgje boven het inhammetje zitten en zo haalde hij achter
elkaar 5 st. visjes uit het water, in ± ’n uur tijd.
Ook ontdekte ik plots ’n Waterral langs de oever en deze liep de richting van de IJsvogel uit. Toen deze bij de inham kwam moest deze er omheen of
door het water, eerst liep ze ’n stukje tegen het muurtje op, maar toen sprong-vloog ze omlaag, belandde in het water en zwom naar de oever en kroop
daar weer op ’t droge; vervolgens al fouragerend volgde ze de oever. De IJsvogel bleef rustig zitten op z’n takje boven het water; ’n tweede IJsvogel
verscheen er en ging in de struik boven het water zitten, maar vloog na enkele minuten weer weg. De Waterral die ’n heel stuk stroomafwaarts was
gelopen, kwam nu weer terug, ’n stuk langs de oever lopend dan weer door het water wadend, zelfs soms stukken zwemmend en steeds maar op zoek
naar iets eetbaars. Zo kwam hij weer op de plaats waar de IJsvogel nog steeds op z’n twijgje zat.
Hij, de Waterral, stak net zwemmend het inhammetje over toen de IJsvogel omlaag schoot, omdat deze weer juist ’n visje had ontdekt. De IJsvogel
schoot als ‘n pijl op ± 25 cm naast de Waterral in het water, even vreesde ik het ergste omdat ik wel eens heb gelezen dat Waterrallen kleine vogels
grijpen en deze dan verdrinken en opeten. Gelukkig gebeurde dit nu niet, maar kroop de Waterral weer langs de oever omhoog en de IJsvogel had z’n
doel gemist, mede natuurlijk ook door het geplens in het water door de Waterral, en de IJsvogel ging weer op z’n takje boven het water zitten,
’n poosje later had hij weer meer geluk.
Laag over het weiland aldaar zag ik een Sperwer aankomen, maar gelukkig voor de IJsvogel stak deze ‘n 20 meter verder de Gulp over en bleef
de IJsvogel uit het zicht van de stootvogel.
Een poos later hoorde ik al roepend de 2e IJsvogel weer aankomen, deze vloog nu recht op “de visser” af en verdreef deze van z’n vistakje,
achtervolgde hem roepend ’n tiental meters, en ging toen zelf op het twijgje boven het inhammetje zitten, maar niet voor lang, want na ’n minuut
vloog deze weer terug richting forellenkwekerij. Een honderd meter stroomafwaarts zag ik de andere IJsvogel op ’n takje boven het water zitten.
IK GING VERVOLGENS ’N FIJNE ERVARING RIJKER TERUG NAAR DE AUTO.
Voorbeeld van het origineel verslag van Paul.